Rond waar ik woon zijn de stenen er breekbaar. Soms zie je de scheuren en barsten, in tweeën gespleten stukken rots. De littekens van tijd en weer.
Ik vind het overpijnzende objecten, als tarot kaarten reflecteren ze vragen terug. Als ik een mysticus was zou ik de tekeningen in de stenen interpreteren als levens lijnen. Met bijzondere gebeurtenissen, geboorte, liefde en dood.
De stenen hebben het allemaal meegemaakt.
Ik ben geen kenner maar veel van deze lijnen doen mij organische aan. Als onderhuidse aderen, uitstekende botten en ingewanden. Stel dat de stenen ademen in een uiterest traag ritme van één hartslag in de eeuw. Het zou me niet verbazen.
Vandaag hoorde ik dat stenen water bevat. Watermoleculen begraven in de gesteente, duizenden, miljoenen. Maar los, het is geen water en zeker geen stoom. Hoe meer je weet hoe vreemder deze wereld wordt. En meer indrukwekkend.
Water in de rotsen! Je moet een boek blijkbaar nooit beoodelen naar zijn kaft. En de huid van de steen mag dan hard zijn, zij verbergt veel geheimen eronder. We moeten maar geduldig wachten tot ze splijt en ze ons haar geheimen openbaart.